Het was onze tweede dag in Bharatpur in hartje Rajasthan, India. We waren vroeg uit “The Birders Inn” vertrokken om met zonsopgang het Keoladeo Bird Sanctuary binnen te kunnen gaan. Het was windstil en koud toen we als een van de eersten met een riksja het nog verlaten park introkken. Links en rechts stonden de poelen vol reigerachtigen en zagen we jacana’s met hun centimeters lange tenen over de plompenbladeren lopen. Terwijl we een steppearend in de bomen langs het pad bewonderden, riep Sundeep, onze gids, plots opgewonden; Look, look Jaap, a Black-necked stork, it is a female!
Zwarthalsooievaars (Ephippiorhynchus asiaticus) zijn uiterst zeldzaam (IUCN; Near-threatened). Van de aziatische ondersoort worden nog slechts duizend individuen geteld. De Australische ondersoort is talrijker. Het is de enige ooievaarsoort waarbij de geslachten niet eender zijn. De iris van het vrouwtje is knalgeel, die van het mannetje donkerbruin. In de moerassen van het Keoladeo leven enkele individuen. Het zijn standvogels die direct na de moesson een metersgroot nest bouwen hoog in een boom, waarin aansluitend 2-3 eieren worden uitgebroed. De hoeveelheid regenval heeft zijn weerslag op het uitkomen van de larven van allerlei insecten die weer als prooi dienen voor de jonge zwarthalsooievaars. Jaren met regenrijke zomers kennen vaak meer jongen dan relatief droge zomers. De volwassen zwarthalsooievaars zijn echte carnivoren; vissen, insecten, kikkers, slangen maar ook fuutachtigen, jacana’s en koeten weten ze te verschalken. Het was fraai het bijna anderhalve meter grote vrouwtje statig op haar lange rode stelten door het moeras te zien stappen en een enkele keer een kikker achterover te zien slaan.