Het was onze laatste dag in Finnmark. We vertrokken vroeg uit Ekkerøy (Varanger, Noorwegen) op weg naar Inari (Finland) om de volgende dag terug te vliegen vanaf Ivalo. Het was schitterend weer en ik was inmiddels gewend aan het rijden op de verijsde wegen. Onderweg ontmoetten we een juveniele zeearend, enkele sperweruilen en veel blinkend witte moerassneeuwhoenders. We maakten een korte stop in Kaamanen en werden verrast door de Kuukkeli, de Taigagaaien (Siberian jay, Perisoreus infaustus) die hier ‘s middags rondvlogen en welke we de week eerder nauwelijks gezien hadden.

Taigagaaien zijn familie van de kraai en zijn iets kleiner dan onze gaai. Het zijn standvogels en ze komen wijd verbreid voor in de naaldbossen van Rusland en Scandinavië. Ze kennen een voor de vogelwereld bijzonder familieverband. Taigagaaien leven in groepen waarbij de jongen van eerdere jaren een jaar of langer in de familie blijven en meehelpen bij het voeden en broeden tijdens een nieuw broedseizoen. Ook kunnen taigagaaien jongen van anderen gaaien adopteren en voeden. Taigagaaien zingen niet of nauwelijks maar kennen wel een hele set alarmkreten waarmee ze elkaar waarschuwen bij gevaar wanneer er bijvoorbeeld een havik of sperwer in de buurt is. Naburige families gebruiken soms deze zelfde alarmroep om de taigagaaien voor de gek te houden en weg te lokken bij hun voedsel vandaan om zo een gemakkelijk maal te bemachtigen.

Taigagaaien nemen een bijzondere plek in in de Finse volkscultuur. Een Taigagaai zien brengt geluk menen de Finnen en de taigagaai zou jagers en bosarbeiders beschermen. In Helsinki, in de wijk Kalasatama, staat een zes meter hoog veelkleurig beeld van een taigagaai van de Finse kunstenaar Villu Jaanisoo, welke Kalasatama geluk moet brengen. Voor ons betekende het zien van de taigagaaien een heel mooi afscheid van een geweldige vakantie. Nog één nacht bivakkeerden we midden in de Finse natuur. Ook ons bracht de Taigagaai geluk; laat in de avond stonden we in de bevroren stilte van de Finse nacht op het besneeuwde meer voor onze huisje en werden we getrakteerd op een schitterend noorderlicht dat tot diep in de nacht in groene sluiers boven onze hoofden danste.