Een feestelijke zaterdagmiddag in oktober; mijn schoonvader viert zijn tweeënnegentigste verjaardag met een aangeklede lunch. Halverwege het feestmaal trilt mijn iPhone om niet meer op te houden: Bas van Gennip meldt een roetvliegenvanger (Muscicapa sibirica) in de Ganzenhoek in Meijendel, bijkans mijn achtertuin! Tafelend in Ridderkerk stijgt langzaam mijn onrust met het groeien van de berichtenstroom.
Roetvliegenvangers broeden achtduizend kilometer ver van hier in de eindeloze naaldbossen van Siberië en Oost-China en tot op vierduizend meter hoogte in de rhodondendronbossen van de Himalaya. Hier zijn het min of meer algemeen voorkomende vogels (Least concern, IUCN) die buiten de broedtijd vooral solitair gezien worden. Ze trekken ieder najaar zuidoostwaarts richting Maleisië, Thailand en Indonesië. De Meijendel-vogel is dus serieus verdwaald. Het betreft pas de derde waarneming in Europa nadat roetvliegenvangers in 2012 op IJsland en in oktober 2023 in Zuid-Noorwegen werden gezien.
Zondag volg ik de berichten en heb geluk. Nadat ’s ochtends velen urenlang vruchteloos naar de verdwaalde zanger hebben gezocht, laat de vliegenvanger zich in de middag plots weer zien. Een half uurtje fietsen en ook ik zie het vogeltje enkele malen hoog in de dennen zijn vliegenvangerskunsten etaleren. Verbaasd kijkt het met zijn grote wit-omrande ogen op ons neer; honderden verrekijkers ziet het op zich gericht terwijl het opgewonden ratelen van camerasluiters de boslucht vult. Onrustig vliegt het vogeltje op en weg is ie weer.
Ik ben niet iemand van ranglijsten of records, maar ook ik kan niet ontsnappen aan de stille opwinding die bijna tastbaar tussen de bomen hangt. Van heinde en ver schuiven steeds meer vogelfijnproevers aan, verrekijkers, camera’s en loodzware statieven met zich meesjouwend. Is ie er nog, waar en wanneer is ie voor het laatst gezien? Ongeduldig staan we zo, fluisterend samengedrongen op een zanderig bospad op een winderige zondagmiddag. Laat in de middag verschijnt de vliegenvanger nog eenmaal, succesvol jagend op voorbijvliegende libellen vanuit de top van een oude den. Nog één keer richten de kijkers zich bewonderend op, tot het diertje opvliegt en voorgoed in het blauw verdwijnt..