Het Keoladeo Nationaal Park in Rajasthan kent zijn oorsprong in de vroege jaren 1900 als jachtgebied van Maharadja’s en later de Britten. Nu is het een UNESCO-werelderfgoedgebied met in haar poelen en moerassen, gevoed vanuit de rivieren Gambhir en Banganga, overwinterende watervogels. Het park is ook een belangrijke plek voor roofvogels, ijsvogels en bijeneters, naast algemenere vogels zoals de roodbuikbuulbuul (Pycnonotus cafer).

Roodbuikbuulbuuls zijn inheems in Pakistan, India en Zuidwest-China en leven hier graag in menselijke nabijheid, foeragerend op vruchten. Accidenteel, maar soms ook bewust, zijn buulbuuls elders geïntroduceerd, waar zij vaak schade toebrengen aan de inheemse plant- en vogelpopulatie en de fruitteelt. Zo zijn er buulbuuls terecht gekomen op Hawaii, de Fiji-eilanden, Nieuw-Zeeland en Australië en dichter bij huis op de Canarische eilanden. In deze landen passen de vogels zich snel aan, planten zich voort en worden vervolgens een bedreiging voor de biodiversiteit in hun nieuwe omgeving. Hele oogsten kunnen verloren gaan in de nabijheid van hongerige groepen buulbuuls. Op Hawaï worden orchideeën hierom met chemicaliën beschermd. Desondanks richten buulbuuls op Ohau grote schade aan aan fruit, groente en de inheemse vogelstand.

De roodbuikbuulbuul heeft door zijn invasieve gedrag de twijfelachtige eer hoog te prijken op de IUCN-lijst van honderd meest destructieve invasieve exoten ter wereld en wordt hierom op veel plaatsen, ook in Europa, actief geweerd. Rond Valencia worden de buulbuuls steeds vaker gezien en ook in Nederland is de roodbuikbuulbuul enkele malen waargenomen, maar vooralsnog is ons klimaat ongeschikt om zich hier te vestigen.

De inheemse roodbuikbuulbuuls die we in het Keoladeopark zagen hebben van dit alles niets te vrezen. De fraai getekende vogels hingen vaak ondersteboven in de bomen langs het water, foeragerend op de vele vruchten hier aanwezig.