Het is al weken grauw en grijs. De spaarzame uren zon die er wèl zijn trekken me hierdoor als een magneet naar buiten. Alles in me wil de zon zien en voelen, veel meer dan enig ander jaar kijk ik uit naar de komst van de lente. Eergisteren was zo’n dag; fris maar zonnig. Dus erop uit, de zon tegemoet. De Driemanspolder was nog stil; een enkele kleine zilverreiger liet zich zien en ver op de plas dook een eenzame brilduiker.

In de polder, zittend op een paaltje, genoot een ongeringd vrouwtje Torenvalk (Falco tinnunculus, Eurasian kestrel) net als ik van de warmte van de zon. Aan haar snavel kleefden nog de resten van een net genoten maal. Ik kreeg ruim de tijd om vanaf mijn monopod haar van alle kanten te fotograferen terwijl ze haar verenpak opschudde, haar snavel en klauwen schoonpoetste en aansluitend wat zat te doezelen in de zon. Wanneer je de tijd krijgt valt op hoe mooi zo’n Torenvalk toch is. Hoe fijn haar verenpak valt, hoe de zachte kleuren de zon weerkaatsen, hoe grappig de kussentjes in haar scherpe klauwen zijn die haar meer grip geven en hoe groot haar ogen zijn die je onderzoekend aankijken.

Bij veel vogels en zoogdieren zijn mannetjes imposanter en groter dan vrouwtjes. Maar bij torenvalken is, net als bij de meeste roofvogels, het vrouwtje groter; bijna 20% groter. Er is veel onderzoek gedaan naar de achtergrond van dit verschil in grootte en vooralsnog lijken de rollen van de oudervogels gedurende de broedtijd hier een belangrijke factor in. Vrouwtjes torenvalken bebroeden de eieren en blijven ook hierna veel op het nest, vooral wanneer de jongen nog klein zijn. Door hun grootte kunnen zij het nest ook het beste beschermen. De kleinere mannetjes jagen ondertussen bijna solo het voedsel bij elkaar voor het hele gezin. Zij vliegen af en aan. Doordat de mannetjes kleiner zijn, zijn ze wendbaarder en hierdoor succesvoller in de jacht op kleine wendbare prooien. Tevens hebben ze zelf ook een lagere voedselbehoefte omdat ze kleiner zijn. Torenvalken jagen op wormen en hagedissen, maar vooral veel op muizen en soms op een enkele vogel.

In algemene zin geldt voor roofvogels dat het verschil in grootte tussen mannetjes en vrouwtjes toeneemt met de snelheid en wendbaarheid van hun voornaamste prooi. Gieren eten aas dat stilligt; de geslachten zijn gelijk van grootte. Sperwers, daarentegen, jagen vooral op vogels; deze prooien zijn zeer snel en wendbaar. Vooral de kleinere mannetjes kunnen deze prooien efficient vangen. Dit heeft er, over vele generaties heen, toe geleid dat de vrouwtjes sperwer bijna twee keer (90%) zo groot zijn als de mannetjes. In deze configuratie kunnen de beide sperwers het beste voor hun broedsel zorgen. De muizen waar torenvalken vooral op jagen zijn niet zo wendbaar als vogels. Het man-vrouw verschil bij torenvalken is kleiner dan bij sperwers en is over vele generaties heen naar 20% geëvolueerd.

Welkom

Welkom op mijn website, leuk dat je hier komt kijken!
In mijn vrije tijd ben ik graag buiten in de polders, duinen en het strand rondom Den Haag. Van jongs af aan ben ik gefascineerd door vogels en hun komen en gaan in de lente en herfst. Het fotograferen en schrijven is daar gaandeweg bijgekomen. Op deze site vind je een selectie van mijn foto’s, verhalen en mijn columns in de NRC. 
Veel plezier!

Copyright statement

Al het beeldmateriaal en de teksten op deze website zijn eigendom van Jaap Vuijk en mogen niet gepubliceerd, verveelvoudigd of gebruikt worden, online of offline, zonder toestemming. Wanneer je wel iets met een foto, video of tekst zou willen, neem dan a.u.b. even contact op.

Copyright © Jaap Vuijk, 2022, alle rechten voorbehouden.