Na een ochtend waarin we vele Thomsongazellen bewonderden – er lopen één miljoen gazellen in de graslanden van Oost-Afrika – , stonden we aan de oever van een traag stromend riviertje midden in de mooiste savanne die ik ooit zou zien, maar ik waande me in Parijs. Terwijl ik de zoveelste steekvlieg van mijn arm sloeg zag ik me in gedachten al zitten; met mijn camera in de hand op de eerste rij aan de catwalk. De zaal was vol, de upbeat-klanken van Avicii sprongen ongeduldig uit de luidsprekers en een vrolijk geroezemoes steeg op vanuit de opgewonden menigte. Met toenemende spanning keken we uit naar de start van de show die nu ieder moment kon beginnen. Toen dimde het licht, gingen de spotlights aan en maakte een verwachtingsvolle stilte zich meester van de menigte.

Voor ons stond, in het licht van vele zonnestralen, een schitterende Afrikaanse nimmerzat (Mycteria ibis) met sterallures. Zodra we haar zagen staan aan de oever van een stroompje dat lui zijn weg zocht door de eindeloze vlakte richting de rivier de Mara, leek de Nimmerzat ons ook op te merken. Gracieus stapte ze, als in slow motion, met haar oneindig lange benen in enkele trage passen het water in, spreidde haar vleugels en toonde haar fraaie, in de zon oplichtende, roze mantel. Ontspannen draaide ze om haar as, haar vleugels nog steeds wijd uitgespreid, ons haar verenkleed, felrode gezichtsmasker en gele snavel van alle kanten tonend om uiteindelijk haar vleugels weer in te vouwen en haar veren een laatste maal op te schudden. Dit alles in een poging zich op te warmen in de vroege ochtendzon.

Nimmerzats zijn standvogels die ten zuiden van de Sahara voorkomen van Somalië in het oosten tot Mauritanië in het westen en zuidwaarts tot in Zuid-Afrika. Ze broeden in bomen in kleine kolonies (10-20 vogels), vaak samen met andere reiger- en ooievaarachtigen. Nimmerzats foerageren door met open snavel langzaam door het water te stappen tot ze met hun gevoelige snaveluiteinde een prooi voelen, waarop hun snavel in een reflex dichtklapt. De Nimmerzat dankt zijn naam – nooit verzadigd – aan zijn jongen die in de eerste weken een ongelooflijke eetlust aan de dag leggen. Nimmersatt is in het Duits ook de naam van Rupsje Nooitgenoeg! In de eerste dagen neemt het gewicht van de jonge Nimmerzatjes toe van slechts 60 gram op de dag dat ze uit het ei kruipen, naar ruim een pond 10 dagen later. De vissen, kikkers, wormen en waterinsecten zijn niet aan te slepen. Nimmerzat dus!