Vorige week was ik met zonsopgang, even voor zeven, in de Driemanspolder. Het beloofde een stralende dag te worden zo op de overgang van winter naar lente. Vroeg opstaan is dan geen straf. Toen ik de eerste stappen in het met dauw bedekte gras zette bleek de polder geheel voor mij alleen. De mist boven de weilanden en het riet, de langzaam opkomende zon en het aanzwellende concert van ontwakende vogels kon ik hierdoor ongestoord in me opnemen. Heerlijk!

Ik kwam eigenlijk voor de kleine plevier, maar er zat iets te kwetteren diep in een rietzoom al direct bij het binnenlopen van de polder dat ik niet kon thuisbrengen. Ik heb helaas niet enorm veel geduld en ben ook niet heel goed in het herkennen van vogelgeluiden, maar het heldere steeds veranderende staccato van het nog steeds verborgen zangertje bleef mijn aandacht trekken. Toch had ik het al bijna opgegeven, toen de “mystery bird” opeens langs een lange rietstengel uit het verborgene omhoogklom en vlak voor me zijn mooiste lied liet horen; een blauwborst! Ze zijn er weer!

De blauwborst behoort ongetwijfeld tot één van Nederlands’ meest kleurrijke vogels. Na in Spanje, of nog wel zuidelijker tot in Midden-Afrika, overwinterd te hebben vliegen blauwborsten medio maart weer deze kant op. Hier is hij, samen met de boomleeuwerik en de veldleeuwerik, één van de eersten die het prille begin van de lente markeert. Begin april is hij druk zijn eigen plekje voor het komend broedseizoen vast te leggen door aan iedere passant met blauwe borst opgewonden zingend te laten weten dat zijn rietzoom bezet is. Dit is de reden waarom blauwborsten deze weken zo veel te horen en te zien zijn in de rietkragen rond Den Haag. Wanneer het territorium is ingenomen zijn de mannetjes klaar voor de komst van hun vrouwelijke soortgenoten die iets later uit het zuiden arriveren.

Waar de blauwborst in de vorige eeuw tot de zeventiger jaren een steeds zeldzamer verschijning werd, heeft de soort sindsdien een geweldige comeback gemaakt. De populatie is sinds 1970 vertienvoudigd en wordt nu geschat op zo’n 16.000 broedparen. 
De kans om er nu een te zien is dus groter dan ooit!