We zijn maar 24 uur op het kleine eiland Flatey in de Breiðafjörður in het westen van IJsland geweest, maar hebben in deze korte tijd veel gezien. Het is met 6 vaste bewoners en duizenden vogels een bijzonder vogelparadijs (zie ook https://www.jaapvuijk.nl/flatey/ ). ’S Ochtends vroeg op een regenachtige dinsdagochtend in juni liep ik over het smalle pad langs de rotskust in noordelijke richting het dorpje uit. Iedereen sliep nog, alles was nat van de regen van diezelfde nacht. Ver op het water links van me dobberden papegaaiduikers en noordse stormvogels. Dichterbij, op de rotsen beneden me, rustten een aantal zwarte zeekoeten (Black Guillemot, Cepphus grylle). Ze vielen direct op met hun koraalrood gekleurde poten. Ook wanneer ze hun bek openden viel de felrode mondopening van verre op. Rood is de kleur van vuur en bloed en wordt geassocieerd met energie, gevaar, kracht en ook passie, verlangen en liefde. Ook voor de zwarte zeekoeten is dit zo en de rode poten en hun in het oog springende rode snavelopening hebben een functie in hun paringsritueel. Ik klauterde, soms op handen en voeten, langs de glibberige rotsen naar beneden. Op het strandje aangekomen zakte ik diep weg in de dikke laag zeewier die hier alles overdekte. Ik moest uitkijken niet uit te glijden en met camera en al in het water te belanden. Voorzichtig probeerde ik dichterbij en op ooghoogte van de rustende zwarte zeekoeten te komen.

Het gaat de zwarte zeekoeten goed. De populatie wordt wereldwijd op ongeveer 0.5-1.5 miljoen exemplaren geschat. Door betere bescherming, het staken van de jacht en het rapen van eieren, gaat het sommige kolonies goed. In de winter blijven de zwarte zeekoeten in de buurt van hun broedgebieden. Een heel enkele zwarte zeekoet wordt daarom ’s winters maar langs de Nederlandse kust gezien. Zoals het exemplaar dat nu al enkele jaren in de winter Texel aandoet en dan in de haven van Oudeschild te zien is (https://www.jaapvuijk.nl/heeft-goud-in-de-mond/ ).

De zwarte zeekoeten rusten niet alleen, maar broeden ook hier op het eiland Flatey. Waar andere alkachtigen zoals de gewone zeekoet, papegaaiduiker en alk jaarlijks slecht één ei leggen, legt de Zwarte zeekoet er meestal twee, liefst ergens in een holte tussen de rotsen, soms zo maar op de kale rotsbodem. Je kan het nauwelijks een nest noemen. Om hun kroost te voeden, vissen de zwarte zeekoeten hier dicht rond het eiland in de visrijke Breiðafjörðuren gebruiken hierbij onder water hun vleugels als roeispanen en kunnen zo tot wel 20-30 meter diep duiken. Op de rotsen poseerden de zwarte zeekoeten geduldig. Bijna allen hadden een dunne film van regendruppels op hun waterafstotende verenpak liggen. Een enkeling toonde zijn zojuist gevangen zandaal zonder aanstalten te maken deze te verorberen.