Mijn eerste vogelboek kreeg ik toen ik negen jaar oud was. Het is de nu ernstig vergeelde en met plakband bij elkaar gehouden Gids voor de vogels van Europa, tweede druk van B. Bruun met afbeeldingen van Arthur Singer. Wanneer je de eerste bladzijde openslaat lacht een familie kruisbekken je toe. Voor mij belangrijker; de eerste bladzijde is gesigneerd door mijn vader met mijn naam en de datum 24-5-1972. Ik heb het van hem cadeau gekregen voorafgaand aan een vakantie naar Zuid-Limburg. Mijn vader overleed in 1979 toen ik 16 jaar was na een hartoperatie, zijn handschrift in mijn eerste vogelboek is mij dierbaar. Zo jong als ik was spelde ik het boekje van voor naar achter en weer terug, vandaar dat het nu met plakband bijeen wordt gehouden en ik de achterkaft mis.

Ik noem het boek omdat ik me goed herinner dat ik hierin voor het eerst een haakbek (Pinicola enucleator) zag afgebeeld. Waarom uit de honderden afbeeldingen nu juist de haakbek mij aansprak is me onduidelijk, maar ik weet dat ik toen al wist dat ik heel graag ooit een haakbek in levenden lijve zou willen zien. Het heeft even geduurd, vijftig jaar, maar vorige week was het zover. We sliepen in een klein huisje 350 km ten noorden van de poolcirkel aan een bevroren meer in een betoverend wit besneeuwd landschap in Kaamanen, Finland. Het was een uur of vijf, juist voor zonsopgang en in de bomen boven ons hoorden we veelvuldig een drietonige heldere hoge fluittoon. Volgens B. Bruun moesten dit haakbekken zijn!

De haakbekken waren niet schuw, mogelijk omdat ze niet veel menselijk contact kennen in hun uiterst noordelijke verspreidingsgebied. Het geschubde rood, geel en oranje stak mooi af tegen het wit en groen van de besneeuwde dennen. Veel haakbekken hapten in de sneeuw; hun manier om aan voldoende water te komen gedurende de winter. Het zijn meest standvogels, maar de inwoners van Kaamanen vertelden dat ze de haakbekken niet zien in de tijd dat de zon niet opgaat en dat de haakbekken vaak eind februari weer terugkeren. In Nederland zijn haakbekken slechts enkele malen waargenomen, meest recent in aansluiting op de massale invasies tot in Denemarken van 1995 en 2004. Tijdens onze wandelingen in het besneeuwde Finnmark werden we vaak vergezeld van het vrolijke fluiten van de haakbekken, hoog boven de bomen. Sweet memories!