Het is alweer even geleden dat ik met mijn klimvriend Kees een tentje deelde op 7200 meter hoogte op de besneeuwde flanken van de Cho Oyu, één van de 14 achtduizenders op de grens van Tibet en Nepal. Op 7200 meter is de luchtdruk en daarmee de partiële zuurstofspanning, 40% van die op zeeniveau. De zuurstofverzadiging in ons bloed was hierdoor niet zoals in Nederland 98%, maar een magere 65%. Waardes die ik bij patiënten zie wanneer er serieus iets mis is (https://www.liebertpub.com/doi/10.1089/ham.2006.7.290 ). Met hyperventileren en een hoge hartfrequentie probeerde ons lijf het transport van zuurstof naar belangrijke organen veilig te stellen. Het vastmaken van onze stijgijzers of het zetten van een paar stappen in de sneeuw voelde hierdoor als het trekken van een sprint op zeeniveau; hijgend moesten we hierna weer op adem komen alvorens verder te kunnen.

Naast het zuurstoftekort speelde ook de kou op hoogte ons parten. Bij -20 tot -30 °C werden we ’s ochtends wakker wanneer de gedurende de nacht vastgevroren condens van onze uitademingslucht van het tentdak losliet en als ijsregen op ons neerdwarrelde. Na deze ijskoude wekservice zorgde een warme kop thee in de slaapzak en het uitzicht over de door de opkomende zon oplichtende bergtoppen en de Tibetaanse hoogvlakte in de verte, voor een unieke start van de dag.

Ondanks de vrieskou was het zo vroeg in de ochtend goed te doen dankzij het dons waarmee onze slaapzakken gevuld waren. Eiderdons! Eiderdons zou het zachtste, lichtste en best isolerende dons zijn dat er is en wordt in IJsland duurzaam verworven. Het woord ‘eider’ is verwant aan het IJslandse ‘æðarfugl’, dat donsvogel betekent. Eiderdons groeit op de borst van de vrouwtjes Eider (Common eider, Somateria mollissima) en wordt als nestmateriaal gebruikt om de eieren tegen de kou te beschermen. Het eiderdons wordt, wanneer de pullen 24 uur na uit het ei gekropen te zijn het nest verlaten hebben, handmatig verzameld uit de nesten. Het verzamelen van het eiderdons gebeurt door boeren die de Eiders beschermen en voor het donsverzamelen een licentie hebben.

Wij kwamen op IJsland langs de hele west- en noordkust de koerende baltsende mannetjes Eiders tegen van de noordelijke ondersoort Somateria mollissima borealis. Het was bijzonder om te zien hoe de Eiders mosselen uit het diepe water opvisten en deze in zijn geheel inslikten om ze in hun gespierde maag te kunnen openbreken. Veel pullen zagen we ook, in crèches begeleid door enkele oudervogels, in beschutte baaien foerageren. Jonge Eidereentjes zijn aandoenlijke en vertederende wezentjes! De meeste foto’s zijn gemaakt in de buurt van de vuurtoren bij Gardur op de zuidwest punt van IJsland, net ten zuiden van Reykjavik.