Aan het tafeltje naast ons leest een man zijn partner voor uit De omweg naar Santiago van Cees Nooteboom. Nooteboom heeft lang in Spanje vertoefd, veel over het land en zijn inwoners geschreven en ook de Plaza Mayor van Trujillo aangedaan, het plein waar wij nu een glas drinken. Trujillo’s rijkdom stamt uit de 16e eeuw, de tijd van veroveraars als Francisco Pizarro, bekend om zijn meedogenloze veroveringen in Zuid-Amerika. Het centrale plein wordt hierdoor geflankeerd door schitterende historische panden, een bogengalerij en een fontein.

Trujillo kent, net als veel stadjes in de Extremadura, een rijke vogelpopulatie. Schoorstenen en kerktorens gaan gebukt onder hoog opgaande ooievaarsnesten; het geklepper vult de smalle straten en wordt slechts overstemd door de vele zwaluwen. De avondlucht is vol insecten en zwermen rots- huis- boeren- en gierzwaluwen snellen af en aan tussen de gebouwen om hun maagjes te vullen nog voor de avond valt. De insectenrijkdom is ook merkbaar in de vlakten rond Trujillo. Insecteneters hebben het hier goed. Vanochtend liepen we al voor zonsopgang ten noorden van de stad, toen voor ons een kuifkoekoek uit het groen opvloog.

Kuifkoekoeken zijn lange afstandstrekkers die in het vroege voorjaar (januari-februari) hún ruime Omweg naar Santiago maken. Ze vliegen veelal ’s nachts vanuit Senegal en Mauritanië om solo de Westelijke Sahara en de Middellandse Zee over te steken en in Zuid-Spanje aan hun nageslacht te komen werken. Want broeden kan je het niet noemen. Feitelijk zijn het, hoe mooi ze ook zijn met hun strak gekapte kuif, asociale types die anderen (Eksters – Pica pica) met de zorgen voor hun nageslacht opzadelen.

In sommige streken in Spanje wordt meer dan de helft van de eksternesten gekaapt door kuifkoekoeken, die vaak meerdere eieren in hetzelfde eksternest leggen. De vrouwelijke kuifkoekoek vernielt vaak doelbewust enkele eieren van de ekster bij het leggen van haar ei. Na de leg bezoeken de kuifkoekoeken de waardnesten nog frequent. Opmerkelijk hierbij is dat wanneer de eksters het kuifkoekoekei niet accepteren en verwijderen, de kuifkoekoeken hierna het eksterbroedsel vernielen. De verklaring hiervoor staat bekend als de Maffia-hypothese. Volgens deze hypothese worden eksters hiermee op Maffiose wijze onder druk gezet om in de toekomst kuifkoekoekseieren wél te accepteren. De eksters leiden zwaar onder de druk van de kuifkoekoeken; 60% van de kuifkoekoekseieren komt uit en resulteert in een uitvliegend jong, terwijl dit slechts voor 10% van de geparasiteerde ekstereieren geldt. Fijne jongens die kuifkoekoeken!