Langs de rotsige kust van Lesbos lopend bij Skala Kallonis, hoor ik boven me een hoog rollend fluiten van meerdere vogels die elkaar roepen. Het geluid is eerst nog zacht en moeilijk te lokaliseren tot de vogels dichterbij komen, hun roep luider wordt en ik er enkele in silhouet tegen het strakke blauw mijn richting op zie zweven; bijeneters (Merops apiaster). Ze jagen op bijen – hoe kan het ook anders – wespen, libellen en vlinders in een groep van een tiental vogels en broeden hier op Lesbos in grote getalen.

Ik ben hier voor het eerst op aanraden van mijn jongere broer André, hij was hier al vaak. Vogelen op Lesbos blijkt een feest. Een fijn hotelletje met zwembad in de zon waar je je ogen ’s ochtends vroeg opslaat en ’s avonds sluit met een altijd zingende nachtegaal, ongelooflijk gastvrije mensen, dineren aan authentieke haventjes met blauw-wit geschilderde bootjes die loom dobberen in het kraakheldere water naast knoestige vissers met gegroefde gezichten die luisteren naar namen als Nikos, Theofilos, Aeneas of Socrates én heel veel vogels op weg vanuit Afrika langs de Turkse kust noordwaarts. Tot slot vliegen er over het hele eiland bijeneters!

Natuurlijk zijn bijeneters ongelooflijk mooi om te zien. Maar echt bijzonder is hoe ze het broeden organiseren. Een deel van de jongen wordt namelijk niet alleen grootgebracht door de oudervogels maar ook door andere bijeneters die het ouderpaar helpen met broeden, insecten vangen en het voeden van de jongen (‘cooperative breeding’). De helpende bijeneters zijn vaak mannelijke jongen uit eerdere broedjaren maar kunnen ook ongerelateerde bijeneters uit de kolonie zijn. ‘Cooperative breeding’ komt bij 8% van de vogels voor en bijvoorbeeld ook bij zoogdieren zoals wolven, waarbij jeugdige dieren een aantal jaar deel uitmaken van de roedel en helpen bij het voeden van nieuwe jongen. Evolutiebiologen verklaren de ontwikkeling van ‘cooperative breeding’ vanuit het concept dat zowel ouders als helpers baat hebben bij deze samenwerkingsvorm (mutualism). En zo blijkt dit ook uit onderzoek; de helpers verhogen de kans op het succesvol uitvliegen van jonge bijeneters en bevorderen de gezondheid van de oudervogels, terwijl de helpers onderhand de bescherming en veiligheid van de groep genieten.