Terwijl velen aanschoven in de rij voor oranje tompouces, genoot ik even van de stilte en de zonsopgang in het duingebied tussen Den Haag en Wassenaar. Het beloofde een mooie koningsdag te worden; de zon won het steeds meer van de wolken, er was nauwelijks wind, het gras was nog nat. Ik kwam hier zoeken naar beflijsters – wie heeft deze mooie beesten ooit zo kunnen noemen! Elders heten ze Bergmerel, Kranslijster, Ringmerel, Dominélijster, Kringlijster of Kraagmerel. Bergmerel was een geweldige naam geweest voor deze mooie lijsterachtigen.
April is dé maand om de schaarse beflijsters (Turdus torquatus) te zien wanneer zij vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika op weg zijn naar hun broedgebieden in Schotland en Scandinavië. Vaak verblijven ze ieder jaar op dezelfde plek om een aantal dagen energie op te doen voor de resterende kilometers noordwaarts. Beflijsters hebben iets mysterieus; ze blijven hier maar een paar dagen, zijn schuw, foerageren hier in het laagland, maar thuis gekomen zoeken ze de hogere hellingen op in de bergen. Deze koningsdag kreeg een mooi oranje randje toen ik de eerste beflijsters diep in de struiken hoorde roepen. Na lang wachten kwamen ze vanuit de bescherming van de duindoornstruiken voorzichtig foerageren naar wormen op de beschut gelegen veldjes.
Wereldwijd lijkt de populatie groot en stabiel hoewel in de Alpen en in het Verenigd Koninkrijk de aantallen dalen. Beflijsters hebben een voorkeur voor bergachtige gebieden met velden die langdurige sneeuwbedekking kennen. Door opwarming neemt dit leefgebied af, ook uitbreiding van landbouwgrond heeft een negatieve invloed op het voor beflijsters beschikbare broedareaal. In de Alpen zijn beflijsters hierdoor steeds minder aanwezig op lagergelegen hellingen. De meest dichtbij levende beflijsters broeden in Sauerland en de Hoge Venen onder Luik. Voor nu genoot ik even van de bergmerels hier en hoop ze volgend jaar op deze zelfde plek weer terug te zien.
Prachtige serie van een schuwe lijsterachtige.
Gr,
Remco
Dank Remco, leuk dat je iets laat horen!